“De Ketter” — De verbazingwekkende reis van Alain Bombard.
De zee was kalm toen Alain Bombard zijn kleine rubberbootje de Atlantische deining in duwde. De dageraad brak aan boven de Canarische Eilanden en de oceaan zag er kalm uit – bedrieglijk kalm. Achter hem doofden de kustlichten van Las Palmas één voor één. Voor hem lag 4300 kilometer open water en een vraag die niemand had durven stellen:
Zou een man de zee kunnen overleven, met niets anders dan de zee zelf?
De man die de oceaan uitdaagde
Bombard was geen zeeman, althans niet in de traditionele zin van het woord. Hij was een jonge dokter, zachtmoedig en scherpzinnig, gekweld door de verhalen van schipbreukelingen die waren gestorven, omringd door het water dat hen had kunnen redden. Hij geloofde dat het niet de oceaan was die hen had gedood, maar onwetendheid, paniek en wanhoop.
Dus besloot hij te bewijzen dat overleven mogelijk was. Niet met een jacht of een reddingsteam, maar alleen, in een 4,5 meter lange opblaasbare roeiboot die hij L'Hérétique noemde – "De Ketter". Het was een toepasselijke naam, want elke expert in Frankrijk dacht dat hij gek was.
Geen eten.
Geen vers water.
Geen radio.
Alleen een zeil, een sextant en het geloof in zijn theorie dat leven uit de zee zelf kan worden gewrongen.
In het uitgestrekte blauw
Op 19 oktober 1952 hees Bombard zijn kleine zeil en zag de kust in het niets verdwijnen. Binnen enkele uren was hij volkomen alleen – een stukje rubber in een woestenij van golvend blauw.
De eerste dagen waren nog te doen. Hij ving vliegende vissen die toevallig in zijn bootje landden, zoog het vocht uit hun vlees en dronk regenwater als het viel. Maar al snel draaide de wind en daalde de zon als een hamer. De oceaan glinsterde, leeg en meedogenloos.
Zijn lippen barstten. Zijn tong zwol op. De huid van zijn handen scheurde open van het zout en de zon. Toch hield hij vol – hij slikte lepels zeewater verdund met vissap en zeefde plankton door een doek. Hij noemde het 'oceaansalade'. Het stonk. Het redde hem.
De Lange Stilte
Naarmate de weken verstreken, loste de tijd op in het ritme van golven. Dag en nacht waren betekenisloos – alleen honger en dorst markeerden het verstrijken van de uren.
Hij zong in zichzelf. Hij vervloekte God. Hij huilde toen een vliegende vis hem tijdens een storm in zijn gezicht sloeg – niet van pijn, maar van dankbaarheid. Het betekende eten.
Op een gegeven moment verscheen er een vrachtschip aan de horizon. Hij vuurde een lichtkogel af, maar toen het dichterbij kwam, wuifde hij het weg. Redding zou falen betekenen. En falen betekende de dood voor elke toekomstige schipbreukeling die hij wilde redden.
Dus bleef hij. Alleen.
De laatste mijlen
In december was Bombard nauwelijks nog een mens – mager, bebaard en bijna blind door vitaminegebrek. Zijn boot was opgelapt en opnieuw opgelapt met stukken zeildoek. Hij kon de sextant niet meer stabiel houden, dus navigeerde hij op het gevoel van de golven en de vlucht van zeevogels.
Toen zag hij het op een ochtend: een donkere vlek aan de horizon die geen wolkje was. Land.
Hij juichte niet. Hij stuurde er gewoon naartoe, stil en methodisch, alsof hij bang was dat het zou verdwijnen. Op 23 december 1952, vijfenzestig dagen na het vertrek van de Canarische Eilanden, bereikte L'Hérétique de kust van Barbados.
Hij stapte op het zand en viel op zijn knieën. Hij was meer dan 23 kilo afgevallen. Zijn benen konden hem nauwelijks dragen. Maar hij leefde – enkel levend dankzij de bittere vrijgevigheid van de zee.
Erfenis van een ketter
Toen Bombard terugkeerde naar Frankrijk, noemden ze hem krankzinnig, zelfs een leugenaar. Maar zeelieden en overlevingsexperts bestudeerden zijn aantekeningen, testten zijn methoden en ontdekten de waarheid erin. Moderne reddingsbootrantsoenen, overlevingshandleidingen en marinetrainingen zijn nu in stille schatplichtig aan die fragiele man in de rubberboot die de Atlantische Oceaan trotseerde.
Jaren later, toen hem gevraagd werd wat hem werkelijk in leven had gehouden, sprak Bombard niet over wetenschap of techniek. Hij zei simpelweg:
"Het is niet de zee die doodt. Het is angst."
Ik leerde dit verhaal voor het eerst kennen uit een schoolbibliotheekboek genaamd "The Bombard Story", geschreven door Dr. Alain Bombard en eerst in het Frans gepubliceerd als "Naufragé Volontaire". Vijf decennia later had ik een prachtige ketch te koop, genaamd La Coryphene, ooit eigendom van Dr. Bombard. Wat een genoegen en eer om een jacht in handen te hebben dat ooit toebehoorde aan een jeugdheld.